Onze-Lieve-Vrouwekerk

Tijdens het bombardement van 21 juli 1944 werd vooral de noordzijde van de Onze-Lieve-Vrouwekerk zwaar toegetakeld. Ook de Gravenkapel liep schade op.

Weesgegroetje in het Frans

Al wie de zware bombardementen op Kortrijk meemaakte, vergeet dit nooit meer. Maar wat kon je meer doen dan bij luchtalarm gaan schuilen in een zo stevig mogelijke kelder en bibberen van de schrik? De ouders probeerden hun kinderen gerust te stellen, vertelt getuige Pol Descamps. Maar iedereen wist dat het slecht kon aflopen. Vaak liepen de kelders ondergronds in elkaar over, zodat bij een instorting toch een uitweg over bleef. De kelders werden ook extra gestut.

Wist je dat in een kelder de veiligste plaats zich onder de stenen trap bevindt?

In de Veldstraat organiseerden de bewoners een straatcomite dat gezamenlijk schoppen, houwelen en ander graafmateriaal aanschafte om in geval van nood bij de hand te hebben.

ledereen beloofde elkaar te zullen helpen. Architect Caessens kwam op het idee om op een plattegrond aan te duiden wie waar een plaats had, zodat bij zoekacties niemand achter zou blijven. Nog een andere slimme voorzorgsmaatregel was het klaarzetten van emmers water en handdoeken. Zo kon je snel een natte doek voor het gezicht houden, om een overdaad van stof of rook beter te trotseren.

Heel wat mensen richtten zich tot God, Onze-Lieve-Vrouw en alle heiligen om soelaas af te smeken. Een vrouw die in haar nood aan het bidden was, ondervond dat het niet baatte en de bommen bleven inslaan. “Onze-Lieve-Vrouw verstaat het niet”, jammerde ze, “Laat ons verder bidden in het Frans!”